Wanneer eerste hapje?

Vanaf 4 maanden mag je beginnen met het geven van de eerste hapjes, maar tot 6 maanden blijft borst- of flesvoeding de belangrijkste voeding voor je kleintje. Wanneer een baby toe is aan zijn eerste hapje, verschilt per kind. Ieder kindje heeft namelijk zijn eigen tempo. Als je kindje 4 tot 6 maanden oud is, staat hij open voor nieuwe smaken. Dit is dan ook de beste tijd om te starten met het eerste hapje.

Wacht in ieder geval tot je kindje 4 maanden oud is. Dan kunnen zijn darmpjes vaste voeding verdragen. Ook moet je kindje goed rechtop kunnen zitten, bijvoorbeeld in zijn wipper of op schoot, zodat hij de ruimte heeft om te slikken.

Hoe merk je dat je baby klaar is voor de eerste hapjes?

• Elke hap die jij in je mond stopt, wordt met interesse gevolgd.
• Je baby zuigt op de vuistjes of stopt vaak dingen in de mond.
• Je baby wil meer drinken dan voorheen.
• Je baby wordt ’s nachts weer wakker terwijl je uk daarvoor al de hele nacht lekker doorsliep.
• Je baby maakt hapbewegingen en smakgeluidjes.
• Je hebt de hoeveelheid voedingen onlangs verhoogd, maar je kind lijkt nog steeds niet verzadigd.
• Je kindje heeft alweer snel trek na een borstvoeding of flinke fles. 

Herken je een aantal van deze signalen, maar is je kindje nog geen vier maanden oud? Wacht dan nog even met bijvoeding. Het heeft voor je kind namelijk geen voordelen om eerder te starten!

Wanneer eerste hapjes?

Herken je bovenstaande signalen en is je kleine klaar voor de eerste hapjes? Begin dan met groente en fruithapjes. 

Do’s als je baby begint met eerste hapjes

• Begin met het geven van gepureerde gekookte groenten. Bloemkool, wortel, doperwt, broccoli en pompoen zijn bijvoorbeeld heel geschikt. Daarnaast kan je beginnen met zachte smaken en structuren fruit zoals banaan, peer, perzik en meloen. 
• Geef kleine porties. Een paar theelepeltjes per keer is echt voldoende. Het gaat er vooral om dat je baby kan wennen aan een andere smaak en structuur en oefent in het happen van een lepeltje. De porties worden vanzelf groter.
• Zorg dat je kindje niet té hongerig is, kies bijvoorbeeld een moment tussen twee voedingen in.
• Gebruik een klein plastic lepeltje.
• Schep de lepel niet te vol en zorg dat je baby de lepel ziet aankomen.
• Doe de lepel horizontaal in het mondje en druk er zachtjes mee op de tong.
• Geef je baby de tijd om het eten van het lepeltje te halen. Schraap de lepel liever niet af langs de bovenste tandjes, de kaak of de bovenlip. Baby’s vinden dat vaak minder prettig. En: zo leren ze niet om zelf het eten van de lepel af te happen.
• Zorg voor poetsdoekjes en een slab, en een krant onder de stoel want dit wordt nu eenmaal een knoeiboel!
• Verwarm een groente- of fruithapje eventueel kort in de magnetron. Moedermelk of flesvoeding is altijd lekker warm op lichaamstemperatuur. Een koud hapje uit de koelkast kan voor je baby dus vreemd zijn.
• Wil je baby echt niet? (lees: draait je kind het hoofd weg of houdt het bijvoorbeeld de lippen stevig op elkaar) Helemaal niet erg! Probeer het later gewoon nog een keer. Ondertussen kun je wel een lege lepel geven om mee te spelen. Door daaraan te sabbelen wens je kleine alvast aan een lepel in de mond. 

Wennen aan de eerste hapjes

Zo enthousiast als je baby liet weten klaar te zijn voor de eerste hapjes, zo onwennig kan het voor je baby zijn als je het eerste groente en fruithapje ook echt geeft. Wat jij nodig hebt: een portie geduld (want je baby mag op eigen tempo ontdekken en wennen) en een camera (want dit gaat sowieso leuke plaatjes opleveren).

Veel baby’s hebben ook even tijd nodig om te wennen aan nieuwe smaken. Vaak moet je een nieuwe smaak wel 10 keer aanbieden voor je kindje het lekker gaat vinden. Daarom is het goed om eten dat je kind niet meteen met smaak opeet, wel opnieuw aan te bieden op een andere dag. En een paar dagen later opnieuw. Grote kans dat je baby het na een paar keer proberen wel enthousiast naar binnen werkt.

Zelfgemaakt of uit een potje?

Natuurlijk kun je zelf alle hapjes voor je baby maken. Maar kant-en-klaar is ook handig en gezond. Ze zijn aangepast aan de leeftijd van je kind, bevatten dat wat je baby nu mag hebben en er is geen zout en suiker toegevoegd. Zorg bijvoorbeeld altijd voor een paar potjes als backup in de kast. Ideaal als jij zelf een spicy gerecht eet dat je liever nog niet aan je uk voorschotelt. En ook als je op pad gaat is een potje makkelijk. Ze hoeven niet gekoeld mee en een banaan prakken lukt nu eenmaal niet overal even snel.

Rapley methode

Als je kind toe is aan vaste voeding, kun je ook kiezen voor de Rapley-methode. Je geeft je baby dan geen glad gepureerd eten met een lepeltje maar groenten en fruit in stukjes. Je baby leert zo welke vormen, kleuren, smaken en texturen het lekker vindt. Een banaan kun je gepeld geven, van een meloen snij je een schijf en een stronkje gekookte broccoli geef je zo. Snij het liever niet in kleinere stukken, je uk moet het eten juist goed vast kunnen houden. Logisch: je baby gaat ook met het eten spelen. En op de grond belandt ook veel. Hoort allemaal bij het ontdekken! Vanzelf gaat er een keer iets in de mond van je kleintje. En dan gaat het echte proeven beginnen.

Wil jij aan de slag met de Rapley-methode? Laat je baby dan goed rechtop zitten. Steun je kind eventueel door het op je schoot te zetten, met het gezicht naar de tafel toe. Laat je baby niet alleen met zijn eten en geef zeker in het begin geen eten waar je kindje zich makkelijk in verslikt zoals erwten of mais.

Nog niet toe aan een eerste hapje?

Maar misschien heeft jouw kleine helemaal nog geen interesse. Dat is ook prima. Eventueel kun je een klein hapje groente geven aan je baby om te kijken wat de reactie is. Is je baby enthousiast? Geef dan morgen weer een paar hapjes. Moet je baby er toch nog niet veel van hebben? Wacht dan gewoon een paar dagen of weken en probeer het daarna nog eens. Ieder kind ontwikkelt zich in een eigen tempo en misschien heeft jouw kleine hier gewoon wat meer tijd voor nodig. Een kindje moet een nieuwe smaak ongeveer 10 tot 15 keer proeven voor hij eraan gewend is. In het begin zijn het ook nog echt ‘oefenhapjes’.

Als jouw kind nog niet wil, hoef je niet bang te zijn dat het bouwstoffen, vitamines en mineralen tekort komt. Pas als je kleine 6 maanden is, is het belangrijk dat het menu gevarieerder wordt dan alleen borstvoeding of flesvoeding. Dan zijn extra bouwstoffen en vitamines en mineralen uit bijvoorbeeld groenten, aardappelen en fruit echt nodig.